Shintō, boeddhisme en confucianisme
In Japanse filosofie staan drie grote premoderne denktradities en hun interactie centraal: shintō, boeddhisme en confucianisme. Shintō leert je om je met het leven te verbinden en je geborgen te voelen in het hier-en-nu. Het boeddhisme wijst juist de weg van onthechting en acceptatie van de vergankelijkheid. Het confucianisme toont hoe je de staat harmonieus kunt ordenen en bovendien deugdzaam kunt besturen.
Kokoro
Voor klassieke Japanse denkers zijn deze intellectuele tradities geen gescheiden werelden, maar vullen ze elkaar aan. De drie stromingen vormen één denkweg waarmee de mens zijn leven kan verfijnen en zijn verbinding met de wereld kan verdiepen. Moderne Japanse filosofen lezen westerse filosofen, maar gaan net zo graag vanuit hun eigen denken met ons in gesprek. Zo bieden ze de mogelijkheid om onze levensweg te laten inspireren door hun Weg, die ontspringt in het menselijke hart: kokoro.
Ik ben onafhankelijk geleerde op het gebied van oosterse filosofie en westerse mystiek.
Via publicaties en cursussen probeer ik een breed en gemêleerd publiek in aanraking te brengen met stromingen als het zenboeddhisme en het taoïsme. Daarnaast besteed ik aandacht aan veelal premoderne denkers als Meister Eckhart en zenmeester Dōgen.
Mijn oriëntatie is esthetisch en komt tot uitdrukking in een constante aandacht voor de literaire dimensie van (klassieke) oosterse en westerse mystieke teksten. Hierbij wordt de dialoog met moderne en hedendaagse kunst niet geschuwd.
Volgens mij kan een blik in de spiegel van het verleden ons heden verlichten.

In gesprek met Coen Simon, Kader Abdolah en Désanne van Brederode over Descartes.